De toekomst van ons voedsel.

Van oudsher is het bestaansrecht van de tuinbouw, de stad gezond houden. Toen de eerste steden zich vormden ontstond het vak van boer en tuinder. Immers: iemand moest het voedsel, wat we daarvoor zelf verzamelden en verbouwden, gaan produceren.

In de 10.000 jaren daarna is land en tuinbouw enorm geprofessionaliseerd. Het blijft daarom een schande dat nog steeds veel mensen honger hebben en ondervoed zijn. En het blijft bizar dat in steden inmiddels meer mensen overlijden aan slecht en inhoudsloos voedsel dan aan honger. Tel daarbij op dat de luchtvervuiling in steden zo groot is dat dit ten koste gaat van de gemiddelde leeftijd en je hebt een gigantisch probleem.

De tuinbouw kan een groot deel hiervan oplossen. Met de nieuwste DNA technieken kunnen we inmiddels onderzoeken welke groenten het best bij ons genoom passen. En met de onderzoeken op de luchtfilter capaciteit van (groene) planten kunnen we gebouwen weer de zuurstof en energie geven waardoor mensen beter functioneren.

Hier zit enorme potentie in. In 2018 heeft er in het Westland een Vers+ diner plaats gevonden. De deelnemers hadden onder strikte privacy regels DNA afgestaan waarmee het bedrijf Omnigen kon uitzoeken welk voedsel er per individu het beste zou passen. Ook werd aangegeven welke producten (zoals bijv. Foliumzuur) er makkelijk of moeilijker per persoon worden opgenomen. Uit dit onderzoek blijkt dat er 9 profielen hoofdtypen zijn met elk hun specifieke voedingsbehoefte.

Niet alleen mensen verschillen. Ook de ene tomaat is de andere niet. Er blijkt ook enorm verschil aan inhoudstoffen per product te zijn. Dit is meetbaar. Vaak al met bestaande apparatuur. De Nederlandse tuinbouw kan koploper worden in het produceren van de gezondste, duurzaamste en lekkerste groenten ter wereld. Deze kans kunnen we gewoon pakken. Het is slechts een kwestie van tijd en prioriteit.

Met andere zaden, andere belichting, andere teelt en andere oogstmomenten gericht op gezondheid kunnen we als tuinbouwkampioen richtinggevend blijven op de wereldmarkt. Samen met de gezondheidsuniversiteiten kunnen we de groenten en fruit in gaan zetten waarvoor het ooit bedoeld was: de stad weer gezond maken.

Reacties zijn gesloten.