Trouw: “Stadslandbouw klinkt prachtig, maar levert geen geld op”

Europa’s grootste stadskas en viskwekerij, op het dak van een kantoorgebouw in Den Haag, is na twee jaar al failliet.

Op zijn website stelt The New Farm nog optimistisch: “Met baanbrekend onderzoek, technologische innovaties, exposities en onderwijs bewijzen we: voor urban farming moet je in Nederland zijn”. Maar de grootste ondernemer in The New Farm, gevestigd in het oude Philipskantoor, heeft de verwachtingen niet kunnen waarmaken. Urban Farmers heeft met zijn stadskas twee jaar na de start alweer het loodje gelegd.

Dat was te voorzien, zegt Rob Baan (62). Hij is directeur van tuinderij Koppert Cress en denkt na over een doorstart van Urban Farmers. Telen in de stad is commercieel gezien kansloos, zegt hij. “Urban farming is een modegril, overgewaaid vanuit Amerika. Maar stadslandbouw in New York om duizenden vrachtkilometers te besparen, is iets anders dan het kweken van groenten en vis in een stad als Den Haag.” Hier bevinden zich op fietsafstand 35 miljoen vierkante meter aan gespecialiseerde tuinderskassen in het Westland. En vis haal je toch liever vers uit de Scheveningse haven?

 

Hippe investering

Maar de gemeente Den Haag zag wél kansen. In juni 2016 sprak die over een ‘duurzame transformatie’ van het kantoorgebouw, dat kampte met leegstand. Stadslandbouw was dé belofte voor het acht verdiepingen tellende betonnen gebouw. De gemeente schreef een wedstrijd uit en die werd gewonnen door Urban Farmers, een Zwitserse start-up. Er kwam een tilapia-viskwekerij op de bovenste verdieping, biologisch geteelde groenten te koop op de ‘dakmarkt’ en yogales in de stadskas. Het prijskaartje van deze hippe investering: 2,7 miljoen euro. Dit betreft zowel privaat als publiek geld.

“Verbranding van subsidiegeld”, zegt Baan nu. Al in 2016 zei hij: niet doen. En hij kreeg gelijk, rendabel telen bleek een probleem. Ziekte en onkunde teisterden de stadskas volgens Baan. En een kilo tomaten verkopen voor 18 euro in een van de armste wijken van Den Haag? In het Westland koop je ze voor twee euro per kilo, aldus Baan.

Het publiek geld komt van het Fonds Ruimte en Economie Den Haag (Fred), dat wordt ondersteund door een regionaal ontwikkelingsfonds van de EU, de gemeente Den Haag en het Rijk. Fred is behalve mede-eigenaar van het gebouw ook een van de aandeelhouders van Urban Farmers en heeft hen ook een lening verstrekt.

“We zouden het niet goed doen als er nooit een project zou mislukken. Bij innovatie horen risico’s”, zegt Richard Luigjes, manager fondsontwikkeling van Fred. “We geloofden in de vernieuwing: mensen zijn geïnteresseerd in voedsel als ze weten waar het vandaan komt en hoe het wordt gemaakt.”

 

Doorstart

Rob Baan is eind vorig jaar benaderd om na te denken over een duurzame toekomst van Urban Farmers. Hij heeft een duidelijk doel: Den Haag gezonder maken. “Hoewel commercieel kansloos, is Urban Farmers sociaal-economisch zeer kansrijk”, zegt hij. “Met een educatiecentrum, en bijvoorbeeld kook- en smaaklessen, zet je gezonde voeding op de kaart in een wijk waar diabetes van het type dat met leefstijl samenhangt hoogtij viert.”

Het idee: een stadskas als ‘groene apotheek’. Van een direct naar een indirect verdienmodel voor de overheid: minder hart- en vaatziekten, minder overgewicht en suikerziekte door de kracht van gezonde voeding.

Curator Martijn Vermeeren bevestigt dat Koppert Cress een van de geïnteresseerde partijen is voor een doorstart. Het is volgens hem te vroeg om uitspraken te doen over de oorzaken van het faillissement. Een van de aandeelhouders, het Zwitserse moederbedrijf Urban Farmers, is in mei al failliet gegaan, verklaart hij. De andere aandeelhouder, naast het Haagse fonds FRED, is een vermogende Zwitserse particulier.

Intussen is Urban Farmers nog wel operationeel: de vissen zwemmen nog en in de stadskas broeit het als altijd. Al was het bedrijf gisteren niet bereikbaar voor commentaar.

Bron: Trouw

Reacties zijn gesloten.